Blog: Waarborg je vakmanschap als instructeur

Een tip van instructrice, jurylid en amazone Marian Staal

“Instructeur word je vanuit verschillende drijfveren en motieven. Sommige instructeurs zijn begonnen vanuit hun professionaliteit als ruiter, anderen kiezen er bewust voor om een instructeursopleiding te gaan volgen. Een combinatie van beiden is natuurlijk ideaal, omdat je dan zowel over het voor onze sport zo belangrijke ruitergevoel beschikt, model kan staan voor toekomstige ruiters en ook nog eens beschikt over pedagogische en didactische kennis en vaardigheden om je leerling naar een hoger niveau te brengen en resultaat te boeken op wedstrijden.

In de dagelijkse lesgeefpraktijk staat het gaan van het paard en de juiste inwerking van de ruiter meestal centraal. Als het paard lichtvoetig beweegt in opwaartse richting, en een ontspannen, maar ook krachtig beeld laat zien en de combinatie harmonieus oogt, zijn ruiter, begeleider en instructeur tevreden. Maar welke aanpak van heeft hiertoe geleid? Is dat alleen het Skala der Ausbildung, het laag en rond rijden? Heb je als instructeur alleen doorgegeven wat jij zelf in de les van je eigen trainer hebt geleerd, of was het jouw uitstekende gevoel voor het rijden zelf wat je vertaalt naar je leerling? In mijn optiek gaat lesgeven verder dan dat en heb je om les te geven, het vakmanschap van instructeur te beoefenen, meer nodig. Bijvoorbeeld kennis over de ruiter zelf, de ontwikkelingsfasen van het leren, het kunnen toepassen van verschillende routes om van A naar B – naar Z – naar Grand Prix te komen. Het kunnen begeleiden bij ups en downs in de sport. Soms beheers je deze pedagogische didactische vaardigheden al in mindere of meerdere mate, maar ben je jezelf er niet van bewust dat je ze toepast. Maar soms ontbreken ze.

Er zijn verschillende manieren om te werken aan het ontwikkelen van je pedagogisch didactische skills. Zoals gezegd, de opleiding is er een van. Maar na je opleiding ben je er nog niet. Zie het als een halen van je rijbewijs. Na dit bewijs heb je nog meer rijervaring nodig voordat je soepel en automatisch schakelt, bochten neemt en invoegt op de snelweg. Dat geldt ook voor instructeurs. Bijscholing is een must om je vakmanschap als instructeur of trainer te waarborgen. Op deze manier blijf je scherp, je blijft op de hoogte van de innovaties die naar mijn mening heel waardevol zijn voor de sport en je blijft in staat je leerling goed (beter) te begeleiden. Maar je kunt zelf nog iets doen. Iets wat je misschien nu al, onbewust, doet: zelfreflectie.

Werk met een plan als je lesgeeft. Niet alleen voor je ruiter, maar ook voor jezelf als instructeur. Stel jezelf eens na de les enkele vragen als: ‘Wat wilde ik bereiken met deze les?’ ‘Waar wilde ik op letten?’ ‘Wat deed ik?’ ‘Wat dacht ik?’ ‘Hoe was mijn gevoel daarbij?’ ‘Hoe ging de les?’ ‘Wat heb ik nodig?’ ‘Welke opties/alternatieven zie ik?’ ‘Wat wil ik zo houden en wat moet anders?’
Deze vragen stellen je in staat om je lessen goed voor te bereiden en met een frisse en positieve blik naar je leerling te kijken. Een kleine stap om je lesgeefpraktijk te verbeteren.”